De overgang en menopauze

De meeste vrouwen komen in de overgang wanneer ze tussen de 45 en 55 jaar zijn. Vrouwen worden dan steeds minder vaak ongesteld, tot de menstruatie helemaal verdwijnt. Gemiddeld duurt het 4 jaar voor de menstruatie helemaal wegblijft. Wanneer je een jaar niet meer ongesteld bent geweest ben je in de menopauze.

Iedereen ervaart de overgang anders, maar de meeste vrouwen hebben hier (veel) last van. Veelvoorkomende klachten zijn opvliegers, nachtzweten, spier- en gewrichtspijn, vaginale droogheid en stemmingswisselingen. Ook kan je libido veranderen: sommige vrouwen krijgen minder of juist meer zin in seks. De overgang is geen ziekte, maar je kan je er wel ziek door voelen.

In het kort:

  • Vrouwen met hiv komen waarschijnlijk iets eerder in de overgang dan vrouwen zonder hiv
  • Symptomen van de menopauze worden wel eens verward met symptomen van hiv
  • Met medicatie of hormoontherapie kunnen de symptomen van de menopauze verminderd worden
  • Vrouwen met hiv hebben na de overgang vaker last van hart- en vaatziekten en botontkalking dan vrouwen zonder hiv

De overgang bij vrouwen met hiv

Vrouwen met hiv komen waarschijnlijk iets eerder in de overgang dan vrouwen zonder hiv. Volgens een Spaans onderzoek zijn vrouwen met hiv gemiddeld 48 als ze in de overgang komen, dat is drie jaar eerder dan vrouwen zonder hiv. Ook wordt gedacht dat vrouwen met hiv meer en zwaardere klachten hebben dan vrouwen zonder hiv. Dit is echter nog niet uitgebreid onderzocht.

Wel of niet in de overgang?

Er is overlap in de symptomen die je kan hebben als je hiv hebt of als je in de overgang bent. Daardoor wordt bij vrouwen met hiv de overgang wel eens gemist door zorgprofessionals. Bij nachtzweten en stemmingswisselingen wordt ook wel eens gedacht dat een vrouw slecht ingesteld is op hiv-medicatie of bijwerkingen heeft, in plaats van dat ze in de overgang is. Kaart het altijd aan bij je hiv-behandelaar wanneer je deze klachten hebt, zodat bekeken kan worden of je in de overgang bent of dat je hiv niet meer goed onderdrukt is.

De volgende klachten horen niet bij de overgang maar komen wel vaker voor bij vrouwen met hiv: depressie, hartkloppingen en duizeligheid. Het is dus belangrijk om met deze klachten aan de slag te gaan, en niet aan te nemen dat het ‘gewoon’ de overgang is.

Symptomen verminderen

Vrouwen met hiv kunnen dezelfde behandeling voor de overgang krijgen als vrouwen zonder hiv. Om een aantal symptomen van de overgang te voorkómen of te verminderen kan je huisarts je medicatie of hormoontherapie voorschrijven. Hier vind je een voorbeeld van mogelijke behandelingen. Je mag zelf beslissen of je wel of geen behandeling wil voor de overgang, en of je wel of geen hormoontherapie wil. Je arts zal checken of er geen interactie is tussen medicatie of hormoontherapie en je hiv-medicatie.

Hart- en vaatziekten

Na de overgang hebben vrouwen meer kans op hart- en vaatzieken dan mannen. En vrouwen met hiv hebben meer kans op hart- en vaatziekten dan vrouwen zonder hiv. Ook worden hartklachten bij vrouwen minder vaak goed herkend dan bij mannen. Zo wordt een hartaanval bij vrouwen weleens gemist omdat de symptomen milder zijn.

Belangrijke oorzaken van hart- en vaatziekten zijn een onbehandelde hoge bloedruk, roken, weinig bewegen en langdurige stress. Overleg met je hiv-behandelaar hoe je je bloeddruk naar beneden kan krijgen als deze te hoog is. Daarnaast is het altijd een goed idee om te stoppen met roken.

Botontkalking

Als je ouder wordt, wordt er meer bot afgebroken en minder bot aangemaakt. Wordt er extra veel bot afgebroken en heel weinig opgebouwd, dan wordt dit botontkalking of osteoporose genoemd. Botontkalking geeft geen klachten, maar je hebt een grotere kans om een bot te breken.

Botontkalking is een probleem voor alle ouder wordende vrouwen, maar vrouwen met hiv hebben een extra groot risico. Men vermoedt dat dit zowel door hiv zelf veroorzaakt wordt, als door de behandeling van hiv. Er zijn een aantal dingen die je kunt doen om botontkalking en de gevolgen daarvan tegen te gaan: voldoende bewegen en voldoende inname van calcium en vitamine D. Ook stoppen met roken en minder alcohol drinken verlagen het risico op botontkalking.

Waar kun je terecht?

Vrouwen gaan voor overgangsklachten over het algemeen naar de huisarts. Een huisarts weet op welke manieren de klachten bij de overgang verminderd kunnen worden, en kan kijken wat voor jou geschikt is. Het is heel normaal om bij overgangsklachten naar de huisarts te gaan. Het consult bij de huisarts is gratis.

Je kunt ook naar een overgangsconsulent, dit is een verpleegkundige. De overgangsconsulent kan meer tijd ter beschikking stellen dan de huisarts en vrouwen intensiever begeleiden tijdens de overgang. Zo kan er tijdens een consult advies gegeven worden over de leefwijze waarbij bijvoorbeeld wordt gekeken naar voeding, kleding en beweging. Dit wordt soms vergoed vanuit je aanvullende verzekering, hier vind je meer informatie.

Hiernaast kunnen je hiv-behandelaar en -consulent je helpen met vragen over de overgang die gerelateerd zijn aan hiv. In het verleden waren er niet zoveel ouder wordende vrouwen met hiv, maar tegenwoordig is de helft van de mensen met hiv in Nederland 50 jaar of ouder en hebben ze op de hiv-poli dus steeds meer ervaring met vrouwen met hiv in de overgang. Op de hiv-poli kun je ook terecht met je vragen over hart- en vaatziekten en botontkalking.

Verder praten?

Je vindt hier meer informatie over oud worden met hiv. Wanneer je verder wil praten met andere vrouwen met hiv raden we je aan om contact op te nemen met de Posidivas, de vrouwengroep binnen de vereniging.

Deze informatie is nuttig