Voel jij je veilig in het openbaar?

Gepubliceerd: 23 juni 2020

Mensen durven niet zichzelf te zijn in het openbaar vanwege ervaren discriminatie. Zij vertonen aanpassings- en vermijdingsgedrag. Dit blijkt uit het rapport “Voel je je veilig in het openbaar” van het College voor Rechten van de Mens (CVRM). De Overheid moet voorkomen dat discriminerend gedrag normaal wordt en moet een coördinator aanstellen om dit gedrag aan te pakken. Daarnaast moet ervaren discriminerend gedrag meer gemeld worden. Waarover hebben we het en wat kun jij doen?

Discriminatie aanpakken

Niemand wil gediscrimineerd worden. Toch komt discriminatie overal in Nederland voor. Ook in het openbaar dus. Op straat, in het openbaar vervoer, in de horeca, in de woon- en online omgeving. Het lastige is wel dat iedereen discriminatie anders ervaart. Het is belangrijk discriminerend gedrag te herkennen en aan te pakken. Een opmerking kan dus al als kwetsend worden ervaren. Ook speelt er bij discriminerend gedrag vaak meer dan één persoonlijk kenmerk van iemand een rol. Iemand krijgt bijvoorbeeld te maken met seksistische of racistische opmerkingen en tegelijkertijd kan men daardoor beperkt worden in het uiten van de identiteit of het open kunnen zijn over bijvoorbeeld de hiv-status. Belangrijk is dat ernstige vormen van discriminerend gedrag, zoals fysiek en seksueel geweld, worden bestreden. Maar juist ook dat 'minder ernstige' vormen zoals beledigingen en intimidatie worden aangepakt. Anders ontstaat het risico dat discriminerend gedrag als iets normaals wordt gezien of algemeen geaccepteerd wordt.

De cijfers

Mensen met een discriminatie ervaring op straat, online, in de horeca of in het openbaar vervoer vertonen aanpassings- of mijdingsgedrag (63%). Denk hierbij dan aan: het vermijden van bepaalde locaties (38%), het niet meer online durven gaan en websites bezoeken (15%), niet meer alleen op straat durven gaan (15%), voorzichtiger zijn op bepaalde tijdstippen (47%), het aanpassen van religieuze uitingen (18%), vrouwen passen hun kleding aan (21%) en mensen met een beperking blijven binnen (47%). En verder, mensen die discriminerend gedrag hebben ervaren melden dit niet (70%).

Aanbevelingen

Het CVRM vraagt in haar rapport aan meldinstanties, zoals de politie, discriminatie en discriminerend gedrag door anderen expliciet te vermelden bij meldingen en aangiftes. Dit gebeurt nu nog te weinig. Ook moeten deze instanties mensen gerichter informeren over waar zij terecht kunnen voor psychische hulp en juridische ondersteuning bij klachten die zij ervaren als gevolg van het discriminerend gedrag. Of hen wijzen op praktische hulp bij het bijvoorbeeld laten verwijderen van discriminerende berichten op internet. De CVRM raadt de Overheid aan om een coördinator aan te wijzen voor de aanpak van discriminerend gedrag in de openbare ruimte.

Plan van aanpak

Zowel op landelijk als lokaal niveau is er aandacht voor discriminatie en discriminerend gedrag, maar er is meer nodig. De coördinator kan ervoor zorgen dat de overheid een overkoepelende, integrale en structurele aanpak van discriminatie ontwikkelt. Deze aanpak moet zich richten op alle vormen van discriminerend gedrag (van belediging tot aan fysiek geweld), op alle openbare locaties (van woon- en online omgeving tot aan de horeca en openbaar vervoer) en op alle discriminatiegronden.

Teken van herkenning

Mensen met hiv herkennen zich wellicht in genoemde pijnpunten van het rapport. Jezelf, vanwege je hiv-status, niet veilig voelen in je eigen buurt of door vijandige houding van je buren, bepaalde plekken mijden, niet meer hand in hand durven lopen, je kleding aanpassen, niet meer durven uitgaan of niet meer durven surfen op bepaalde websites of het mijden van sociale media vanwege discriminerende opmerkingen. Dit kan je trouwens ook gebeuren in combinatie met andere aspecten als seksuele gerichtheid, transgender of ethnische afkomst. Of vanwege je levensovertuiging, godsdienst of politieke gezindheid.

Meld ervaren discriminatie

Relatief weinig mensen doen melding van discriminatie. Zeven van de tien mensen die discriminatie hebben ervaren melden dit niet. Zij hebben er bijvoorbeeld weinig vertrouwen in dat hun melding tot resultaat zal leiden of zij vinden het incident niet serieus genoeg om te melden. Dat laat zien dat discriminatie soms al genormaliseerd is. Het CRVM roept daarom mensen op ervaren discriminatie te melden en een klacht in te dienen. Pas na een melding kan worden ingegrepen en passende maatregelen worden genomen. Kortom, meld een ervaring van discriminerend gedrag van anderen. Blijf er niet mee lopen.

Waar kun je terecht

Lees meer

 

Deze informatie is nuttig