Nogmaals rechters: geen plek voor hiv in strafrecht

Gepubliceerd: 15 maart 2021

In Nederland is een eventueel risico van overdracht van hiv bij een onbeschermd seksueel contact geen reden voor strafrechtelijke vervolging. Toch komt het nog wel eens voor dat het wordt meegenomen in een rechtszaak als strafverzwaring. Zo ook in een recent vonnis. Maar juist bij gevoelige zaken is het belangrijk objectief te blijven en puur naar de feiten te kijken. De Hiv Vereniging benadrukt nogmaals om hiv buiten het strafrecht te houden.

“Ook werkt in zijn nadeel mee dat hij onbeschermde seks had, terwijl hij hiv-geïnfecteerd is, terwijl de jonge vrouw geen voorbehoedsmiddelen gebruikte. De gevolgen hadden groot kunnen zijn.”

(Rechtbank Amsterdam, 3 maart 2021)

Dit is het recente vonnis in een rechtszaak in de Rechtbank Amsterdam, waarin de hiv-status van de verdachte is meegenomen in de uitspraak van de rechter. Hieronder leggen wij uit waarom wij vinden dat hiv hier niet thuishoort.   

Geen plek voor hiv in het strafrecht

Jurisprudentie, onderbouwd door de medische wetenschap, leert ons dat er geen juridische grond is voor vervolging of strafverzwaring vanwege het hebben van onbeschermde seks door iemand met hiv. De Hoge Raad oordeelt in 2005: “dat het hebben van onbeschermde seksuele contacten door iemand met hiv naar ervaringsregels een risico inhoudt, maar dat er geen aanmerkelijke kans op infectie is en dat de statistische gegevens van kans op overdracht onvoldoende zwaarwegend waren om te kunnen spreken van een aanmerkelijke kans die voor voorwaardelijke opzet is vereist”. Zo ook in een strafzaak in 2019 waar de Rechtbank Amsterdam een strafverzwarende omstandigheid, omdat verdachte ondanks zijn hiv-status onbeschermde seks heeft gehad, afwijst.

Kortom, deze jurisprudentie laat zien dat er voor hiv geen plek is in het strafrecht. Ook niet in deze zaak.

Privacy medische gegevens en beeldvorming

De media bericht vaak over een vonnis. Zeker bij spraakmakende zaken, zoals in dit geval. Het grote publiek neemt er kennis van. De Rechtbank heeft dan ook de verantwoordelijkheid om zorgvuldig te zijn in de onderbouwing van een vonnis. Dus als in een vonnis vanwege hiv een strafverzwaring is opgelegd lijkt het voor het publiek dat het gaat om een strafbaar feit, terwijl er gezien de jurisprudentie geen juridische grond voor is. Ook betekent dit dat het vermelden van de hiv-status in het vonnis onterecht is en dat het inbreuk maakt op de privacy van de medische gegevens van verdachte. Het publiek krijgt door zo’n vonnis in de media foute feiten over hiv te horen. Dit draagt niet bij aan goede informatie en juiste beeldvorming over hiv en mensen met hiv.

Kennis over n=n

Verder is het belangrijk dat iedereen goed weet dat gebruik van hiv-medicatie een manier is om hiv niet over te kunnen dragen. Als men succesvol met hiv-medicatie wordt behandeld is het hiv-virus onmeetbaar en niet meer overdraagbaar, dit wordt n=n genoemd. Net als bij het gebruik van voorbehoedsmiddelen, is er dan sprake van het hebben van beschermde seks. Actuele kennis van n=n en van medische feiten over hiv is belangrijk, zeker ook bij rechters en juridische instanties.

Wil je meer weten?

De Hiv Vereniging heeft een factsheet beschikbaar waarin wordt uitgelegd dat er geen juridische grond bestaat voor een aangifte of een strafverzwaring van een eventueel risico van overdracht van hiv na een onbeschermd seksueel contact of na een bijt- of spuugincident. Aanbevelingen zijn opgenomen om te voorkomen dat mensen met hiv ten onrechte als verdachte worden aangemerkt, door het OM worden vervolgd of een strafverzwaring krijgen opgelegd.

Deze informatie is nuttig